In Hattem, vlakbij de dijk langs de IJssel, ligt de boerderij Joost en Sandra van Dam. In de nieuwe potstal nestelen de zwaluwen zich. Het gras is net gemaaid, de eerste voorraad voor de winter. Sommige percelen in de uiterwaarden worden bewust niet gemaaid omdat de jonge weidevogels nog niet kunnen vliegen. De melkkoeien hebben hoorns en kunnen vrij de stal in en uit lopen, al moeten ze dat nog wel een beetje leren.

Speciale kaas

Joost van Dam is daarom op een regenachtige vrijdagochtend druk om de koeien de stal in te krijgen. Daar staan twee nieuwe melkrobots die aangekocht werden toen vorig jaar zomer de stal werd gebouwd. “Ze willen nog niet uit zich zelf komen”, zegt Sandra. “We hebben de koeien net naar een nieuw stukje gras verplaatst. Nog steeds dicht bij de stal, maar nu weten ze die toch niet meer te vinden.” Ze hoopt dat de koeien dit wel gaan leren, want dat scheelt Joost veel tijd. Die moet dit nu twee keer per dag doen.

De melk wordt geleverd aan kaasfabriek CZ Rouveen. Hier wordt speciale kaas van gemaakt met het USDA-NOP certificaat. Dat betekent dat de koeien helemaal geen antibioticum krijgen, in tegenstelling tot gewone biologische koeien die wel curatieve antibioticum mogen hebben.

Joost en Sandra van Dam

De Rouveense kaas wordt voornamelijk naar de Verenigde Staten geëxporteerd omdat er daar veel vraag is naar producten die helemaal vrij zijn van antibioticum. Het levert de melkveehouderij iets extra’s op, al was het ook los daarvan een bewuste keuze om helemaal geen antibioticum te spuiten. “Dat doen we al acht jaar niet meer”, vertelt Joost. “Het ging me tegenstaan.”

Hij legt uit: “Voor koeien met uierontsteking kreeg ik elke keer weer nieuw antibioticum van de veearts. Maar het werkte gewoon niet. Als het werkte zoals ze beweerden dat het werkte, zou ik het misschien nog wel gebruiken en een gangbare boer zijn.”

Boerenzwaluwkoppeltjes

Van buiten oogt de potstal als vele andere stallen. Dit is wel een contrast met het meer dan een eeuw oude woonhuis waar al drie eerdere generaties van de familie boerden. Maar binnen zie je een mooie open en ruime stal. Er is bewust geen vogelgaas gebruikt en Sandra is trots dat de 20 boerenzwaluwkoppeltjes die zich ook nestelden in hun oude stal, terug zijn gekomen. In de hoek staat een koe met een kalfje dat pas vier dagen oud is. Het wordt deze dag bij de moeder weggehaald. Om voldoende melk van de koeien te kunnen verkopen, is dit de maximumtijd dat het kalf bij de koe mag zijn. Geen leuk werk om te doen, maar Sandra heeft meer moeite met de koeien die noodgedwongen naar de slacht moeten vanwege de Regeling Fosfaatreductieplan 2017. (zie kader)

Die regeling is er omdat er volgens de Europese milieunormen te veel koeien en kalveren in Nederland zijn. Het bedrijf van Van Dam heeft hier ook mee te maken gekregen na de bouw van hun nieuwe stal. Om het bedrijf financieel rendabel te houden is er gekozen om het aantal koeien uit te breiden. Maar dat zijn er nu volgens de nieuwe wetgeving te veel.

FOSFAATRECHTENSTELSEL

HOE ZIT DAT?

Wanneer boeren te veel koeien op te weinig grond houden, kan de bodem het fosfaat dat in de mest zit niet meer opnemen en komt het in het grondwater terecht. Dat is vervuilend. Daarom stelde staatssecretaris Martijn van Dam in 2017 een regeling in om het overtollige fosfaat in het grondwater in te perken. In 2018 wordt in navolging van deze regeling een fosfaatrechtenstelsel wet. “Biologische boeren worden hier onterecht mee benadeeld. Zij zijn namelijk helemaal geen veroorzaker van het fosfaatoverschot”, zegt Niels Back, relatiemanager Landbouw & Voeding bij Triodos Bank. “Biologische boeren hebben altijd genoeg weiden en akkers om de mest van hun dieren in verantwoorde hoeveelheden uit te rijden.”

> Fosfaatreductiemaatregelen 2017
> Fosfaatrechtenstelsel

Koeien met hoorns

De investering was noodgedwongen omdat hun oude stal twee jaar geleden deels instortte. Dat was een heftig voorval waarbij Joost en zijn koeien met de schrik vrijkwamen. Omdat er plots een nieuwe stal moest komen, werd het financieel een lastige tijd. Joost en Sandra gingen samen kijken bij andere biologische boeren die ook potstallen hadden. In deze stallen lopen de koeien op stro en is er meer ruimte voor sociaal gedrag. Vandaar dat ze ook meteen de hoorns lieten staan na de overgang naar deze stal.

De investering was dus ook een kans om het bedrijf groener en diervriendelijker te maken. Een logische stap nadat Van Dam in 2007 de overstap naar biologisch maakte. “Ik ben opgegroeid op een gangbare boerderij, mijn vader maakte de omslag van met de hand melken naar gemechaniseerd, dus eigenlijk valt de verandering bij mij wel mee.”

Door biologisch te boeren, krijg je weer meer organische stoffen in de bodem
Joost van Dam

De overstap had niet alleen met de aversie tegen antibioticum te maken. Kunstmest strooien was ook iets waar Van Dam steeds meer twijfels over kreeg. “Door het vele kunstmest strooien werd het hele organische stofgehalte in de bodem opgevreten. De koe gaat daar uiteindelijk ook slijtage door vertonen. Door biologisch te boeren, krijg je weer meer organische stoffen in de bodem.”

“Dat is ook de reden dat we voor een potstal kozen”, gaat hij verder. “Die zorgt voor een betere mestkwaliteit en daarmee voedt je het bodemleven, de belangrijkste factor in de landbouw om duurzaam voedsel te produceren. Micro-organismen die in de bodem leven, voeden de gewassen en zorgen voor een efficiëntere productie.”

De stal van Joost en Sandra van Dam
De stal van Joost en Sandra van Dam

Imkeren

Een paar kilometer rijden vanaf de boerderij van Van Dam staan een paar pinken te grazen in de uiterwaarden van de IJssel. Zo ver reiken de hectares van het bedrijf. Grond is er genoeg. Om de mest over uit te rijden, vogels in rust te laten broeden, maar ook om van alles te laten bloeien. Het grasland staat vol met kruiden. Van zilverschoon tot pinksterbloemen. Sandra is van plan om binnenkort een biologisch-dynamische imkercursus te gaan volgen zodat ze bijen kunnen gaan houden.

Ondanks de zorgen over de nieuwe fosfaatwetgeving in 2018 zijn er toekomstplannen genoeg. Wie weet een overstap naar biologisch-dynamisch, zegt Joost. Want er zijn genoeg bedrijven in de omgeving die dat ook doen en waarmee we kunnen samenwerken. Stoppen is geen optie. Dat ging wel even door hem heen twee jaar geleden toen de stal in stortte. Maar boeren voelt als een hele grote hobby. En hun zoontje van zes is al een echt boertje. “Ik wil niet de Van Dam zijn die stopt.”

Fotografie: Pieter van den Boogert