Nederlanders kopen gemiddeld zo’n vijftig nieuwe kledingstukken per jaar, blijkt uit onderzoek van Milieu Centraal. Niet zo gek: collecties volgen elkaar in rap tempo op, om consumenten te verleiden te blijven kopen. Tegelijkertijd is fast fashion (kleding die zo goedkoop en zo snel mogelijk in de winkel ligt) vaak van slechtere kwaliteit, waardoor de kleding weliswaar goedkoper is, maar ook minder lang meegaat.

“Als we nieuwe spullen kopen, waaronder kleding, komt er in onze hersenen dopamine vrij dat ons een geluksgevoel geeft”, zegt Judith Roumen, gedragsonderzoeker bij Milieu Centraal. Maar dit gevoel is van korte duur, dus moet er opnieuw worden gekocht om het gevoel terug te krijgen. “Dit wordt enorm gestimuleerd door reclames in de winkels en online, uitverkoop, nieuwe mode en ook influencers die samenwerkingen aangaan met kledingmerken. Er ontstaat als het ware een norm: koop veel, koop vaak, want dit is normaal.”

CO2-uitstoot, watervervuiling en misstanden

Maar dit koopgedrag komt met een prijs. De kledingindustrie zorgt volgens het United Nations Environment Programme (UNEP) wereldwijd voor 8 procent van de CO2-uitstoot. Voor de productie van één katoenen t-shirt is volgens het Wereld Natuur Fonds ongeveer 2700 liter water nodig. Het verven van textiel zorgt volgens een studie van ScienceDirect voor een vijfde van de watervervuiling wereldwijd en elk jaar belandt het merendeel van 92 miljoen ton textielafval op stortplaatsen. Meer dan een derde van de microplastics in de oceanen is afkomstig van synthetische textielvezels.

En dan hebben we het nog niet over de omstandigheden waarin sommige kleding wordt gemaakt. Zo kwam na undercover-onderzoek van de Britse zender Channel 4 in 2021 aan het licht dat textielarbeiders die in de Chinese fabrieken van Shein werken, dagen maken van 18 uur, geen weekend krijgen en twee derde van hun salaris moeten inleveren als ze een fout maken. Ook kinderarbeid komt nog veel voor. Unicef schat dat er wereldwijd zo’n 250 miljoen kinderen in de kledingindustrie werken.

Je hebt meer invloed dan je denkt

De impact van de kledingindustrie is dus groot. Gelukkig heb je als consument meer invloed dan je denkt. Door zes kledingstukken per jaar minder te kopen, bespaar je al 40 kilo CO2, rekende Milieu Centraal uit. Als iedere Nederlander dat zou doen, scheelt het net zoveel CO2-uitstoot in een jaar als 80.000 keer met de auto de wereld rondrijden. Met deze tips verduurzaam je je garderobe gegarandeerd.

Tip 1: Duik eens in je kledingkast

Chiara Spruit, oprichter Indiaan in je Kast
Chiara Spruit, oprichter Indiaan in je Kast. Foto: Anne den Haan

Wil je minder kopen? Duik dan eens in je kledingkast. Grote kans dat de perfecte outfit al op je ligt te wachten, zegt Chiara Spruit. Zij richtte het platform Indiaan in je Kast op en kijkt met haar klanten mee naar alles wat zij al in hun kledingkast hebben liggen en hangen. Vaak is het een kwestie van overzicht krijgen, zegt Chiara.

“Je kledingkast is eigenlijk een samenvatting van je leven tot nu toe. Dat t-shirt van het concert waar je ooit naartoe ging, dat stofje dat je al van kinds af aan fijn vindt zitten, die spijkerbroek die te klein is en waar je maar geen afstand van kan doen…” Volgens Chiara ontwikkel je al vanaf je vijfde je smaak in kleding. “En op momenten waarop je leven verandert, zoals wanneer je in de puberteit komt of gaat studeren of werken, verandert ook je smaak. Het is heel goed om je dan op een gegeven moment af te vragen of alle kleding die je hebt, nog wel bij je leven passen.”

Haar belangrijkste tip is om een ‘happy list’ te maken. “Maak een lijstje van vijf of tien favoriete dingen die je écht gelukkig maken. Een land, een activiteit, muziek, waarde waar je voor staat. Een lijstje dat zegt wie jij bent. En ga vervolgens eens kijken naar je kledingkast. Welke kleding past bij die lijst, welke linkjes kun je leggen? Ga dan eens met die kleding aan de slag.”

Een klant van Indiaan in je Kast vertelde bijvoorbeeld eens dat ze dol was op zwemmen en het liefst elke dag in het zwembad te vinden was. Chiara: “In haar kast zag ik zestig jurken, vijftien broeken, acht truien en één lullig zwempak met elastiek dat aan het vergaan was. Dan voel je dus al: dit klopt niet. Je mag best investeren in een badpak van goede kwaliteit, waar je je geweldig in voelt. En je hebt niet nóg meer jurkjes nodig.”

Laura Lagom
Laura de Jong, eigenaar van Laura Lagom

Tip 2: Stel een capsule wardrobe samen

Hoeveel kleding heb je nodig om elke dag iets aan te kunnen trekken waar je je prettig in voelt? Dat is per persoon verschillend, maar volgens duurzame styliste Laura Lagom is dat gemiddeld 35 stuks. Zij is expert in het samenstellen van ‘capsule wardrobes’, oftewel een minimalistische garderobe met voor jou essentiële items. “Als je zo weinig hebt, dan houd je vanzelf je lievelingsstukken over. Geen schoenen meer die eigenlijk niet lekker zitten, of die broek die je buikpijn geeft. Dat zorgt alleen maar voor ruis in je kast.”

Laura studeerde mode aan het Amsterdam Fashion Institute en was lange tijd dol op fast fashion. “Ik zag er elke drie maanden anders uit, volgde alle trends. Ik vond winkelen leuk en hield van mooie dingen. Tot ik me bewust werd van de impact van de mode-industrie op de wereld.”

Ze richtte zich vervolgens op duurzaamheid in de mode en helpt inmiddels mensen met het samenstellen van hun perfecte kledingkast. “De meest duurzame kleding is de kleding die je veel draagt en waar je goed voor zorgt”, zegt ze. Een capsule wardrobe dus, met al je favorieten. Op internet kun je veel voorbeelden van capsule wardrobes vinden, maar zo’n garderobe ziet er voor iedereen anders uit, zegt Laura. “Kijk niet te veel naar standaardlijstjes, maar kijk naar jouw leven en wat bij jou past.”

Hoe pak je dat het beste aan? Meten is weten, zegt Laura. “Ik kwam er uiteindelijk achter dat ik van mijn bomvolle kledingkast maar 20 procent droeg. Dat was een goed uitgangspunt. Houd eens een week bij welke kleding je draagt en zet er ook bij waarom je die kleding draagt. Dat geeft inzicht en overzicht.”

Tip 3: Kapot? Laat het repareren of vermaken

Is een kledingstuk kapot of niet meer naar je smaak, dan hoeft het niet direct in de prullenbak te verdwijnen. Je kunt bij steeds meer repair cafés en bedrijven terecht die zich specifiek richten op het vermaken van kleding. Zo kun je je outfits een hip tweede leven geven via bijvoorbeeld Mended of United Repair Centre. Of leer je eigen outfits vermaken bij repair cafés zoals De Steek. Het upcyclen van je kleding – oftewel oude materialen een nieuwe functie geven - is niet alleen duurzaam, maar ook helemaal van deze tijd, zegt Chiara Spruit. “De repair cafés schieten als paddenstoelen uit de grond. Zelfs in de televisieserie And just like that (opvolger van Sex and the city, red.) waarin mode een grote rol speelt, draagt hoofdpersoon Carrie geupcyclede outfits.

Tip 4: Lease een jeans, huur een jurk

Wil je iets moois aan voor een bijzondere gelegenheid? Of kijken of een bepaalde outfit iets voor je is, voordat je het definitief toevoegt aan je (capsule) garderobe? Neem dan eens een kijkje bij de (online) kledingbibliotheken van Nederland, zoals Lena Library of ReRun. Hier kun je kleding voor een periode huren, waarna het wordt gereinigd en weer een nieuwe eigenaar krijgt. Of ruil kleding met mensen uit jouw buurt via The Clothing Loop. Bij het duurzame spijkerbroekenmerk Mud Jeans kun je een spijkerbreak leasen. Je betaalt dan maandelijks een vergoeding. Na twaalf maanden mag je de spijkerbroek houden, ruilen of terugsturen voor hergebruik of recycling.

Tip 5: Koop een tijdje niks

Sara Dubbeldam, duurzame mode-activiste
Sara Dubbeldam, duurzame mode-activiste. Foto: Laura van der Spek

Ook duurzame mode-activiste Sara Dubbeldam was lange tijd fast fashion-verslaafd, zegt ze. Tot in Bangladesh een gebouw instortte waar veel kledingfabrieken in gevestigd waren. Meer dan 1100 mensen kwamen om en het werd pijnlijk duidelijk hoe slecht de arbeidsomstandigheden daar waren. Sara: “Ik realiseerde me dat er kleding werd gemaakt van merken die ik ook droeg. Ik was aan deze ramp verbonden. Toen ik me daar verder in ging verdiepen, wilde ik helemaal geen onderdeel meer zijn van die modewereld.”

Ze richtte het platform When Sara Smiles op, waarop ze duurzame merken een podium geeft en mensen inspireert om minder te kopen. Zelf besloot ze in heel 2025 geen nieuwe kleding te kopen. Volgers inspireerde ze met de No Buy Challange om hetzelfde te doen. “Dat lijkt misschien rigoureus, maar het is vooral een training in tevredenheid”, zegt ze nu ze bijna halverwege is. “Je mag toch niks kopen van jezelf, dus je schermt je ook af voor de verleidingen.”

Het geeft haar veel rust, zegt ze. “Het is goed voor de wereld, maar ook goed voor jezelf. Je beseft weer wat je allemaal al hebt en je gaat daar op een nieuwe, creatieve manier naar kijken. Met verschillende garderobe apps (zoals Whering en SmartCloset) kun je bijhouden wat je draagt en die app kan dan zelfs nieuwe combinaties voor je bedenken. Heel handig.”

Voor mensen die het lastig vinden om meteen een jaar niks te kopen, raadt ze aan om klein te beginnen. “Ik ben zelf eerst ook begonnen met drie maanden niks kopen en ik heb een keer een half jaar niks gekocht. Wat ook helpt is om te onderzoeken waarom je kleding koopt.” Volgens Sara zit onze trendverslaving best diepgeworteld. “Als mens willen we van oudsher bij een groep horen, omdat dit ons veiligheid biedt. Met kleding laten we zien bij welke groep we horen. Heb je de kleding écht nodig, of zit er iets anders achter? Als je minder wilt gaan kopen, helpt het om je daarvan bewust te zijn.”