Sietske Knüppe, relatiemanager kunst en cultuur bij Triodos Bank
Sietske Knüppe, relatiemanager kunst en cultuur bij Triodos Bank

Op 28 juni brandde de broedplaats Keilewerf in Rotterdam af. Een plek waar meer dan 40 kunstenaars, meubelmakers en andere creatieve ondernemers hun werkplek hadden. Er bleef niks gespaard. Ondernemers waren alles kwijt; veel van hen waren niet of onvoldoende verzekerd. 

Keilewerf legt pijnlijk het probleem bloot waar veel creatieve ondernemers tegenaanlopen, namelijk gebrek aan zekerheid. Je moet lang genoeg op een plek kunnen blijven om je investering, bijvoorbeeld in het brandveilig maken van een loods om je te kunnen verzekeren, terug te verdienen. Dat is lastig als je steeds slechts een jaar zekerheid krijgt. Dit vraagt visie van pandeigenaren en gemeentes.

En we zien dat het wel kan.

Triodos Bank financiert al meer dan veertig jaar (ons hele bestaan dus) broedplaatsen. Hierin zijn we uniek binnen de financiële sector. Het financieren van broedplaatsen is misschien ook niet het meest logische om te doen als bank. Wanneer je alleen aan financiële winst denkt tenminste.

Lambert de Pater, relatiemanager kunst en cultuur bij Triodos Bank
Lambert de Pater, relatiemanager kunst en cultuur bij Triodos Bank

Maar het is wél logisch als je denkt aan waardecreatie. Een samenleving kan niet zonder kunst. Zorgt voor verbinding en verbeelding. En voor creatieve oplossingen en innovatie. Kim Putters pleitte ervoor om kunst, cultuur en design thinking te betrekken bij de grote transities van deze tijd. Om dit voor elkaar te krijgen, heeft die kunstenaar ruimte nodig die betaalbaar is. Een broedplaats brengt levendigheid, vaak aan de rafelranden van de stad.

Bij Triodos Bank hebben we goede ervaringen met het financieren van deze plekken. We tonen aan dat het kan, als een broedplaats maar de ruimte krijgt om ergens lang genoeg te blijven om te investeren in brandveiligheid en duurzaamheid. Pandeigenaren en gemeentes spelen daar een belangrijke rol in. De gemeente, zeker als ze ook de rol van pandeigenaar hebben, moet dit faciliteren zonder afbreuk te doen aan de vrijheid die nodig is om de rafelranden van de stad weer te laten floreren.

Van vies stukje stad naar bruisende cultuurhaven

Kijk naar een plek als de Nijverheid in Utrecht. De ondernemers kwamen met het idee om hier een ‘culturele vrijhaven’ te starten waar ruimte is voor veel experiment. Het gebied is een hoek van het Werkspoorkwartier, een oud industrieterrein bij de Cartesiusweg. Het was een vies stukje stad om het zo maar te noemen. Een gemiddeld kantoor zou zich er niet willen vestigen. De ondernemers van de Nijverheid streken er neer en binnen korte tijd werd het vieze stukje stad een levendige plek vol kunst, waar je doorheen loopt en je verwondert.

Triodos Bank financiert deze vrijplaats. De ondernemers investeerden flink in de plek. Om net afgestudeerde kunstenaars een betaalbare plek te geven om te experimenteren en zich te ontwikkelen, om exposities te houden, om bands een podium te geven. En om de stad mooier te maken. We weten dat het voor tien jaar is. En wij denken met ze mee. Welke investeringen haal je er uit? Hoe kun je wel verduurzamen, ook al is het tijdelijk? Wat kun je hergebruiken op een volgende plek?

Dit voorbeeld toont ook aan dat tijdelijkheid niet helemaal overboord moet. Creatieve ondernemers en kunstenaars zijn in staat van een onleefbare plek iets moois te maken. Juist omdat ze tijdelijk ergens zijn, is er een bepaalde vrijheid en ontstaat er iets. Deze vrijheid is ontstaan omdat de gemeente de keuze heeft gemaakt dat er voorlopig geen woningbouw zal plaatsvinden op dit terrein, hierdoor valt een deel van de druk weg.

De Nijverheid is nu een succes, maar we moeten nog steeds afwachten wat er straks gebeurt als er woningen gebouwd moeten worden. Het zou terecht zijn als de ondernemers beloond worden voor de waarde die ze voor de wijk hebben gecreëerd. Als ze hiervoor beloond worden en niet met lege handen achterblijven kunnen ze zich aan een andere rafelrand vestigen. Of beter nog: ze kunnen het pand kopen en in het gebied blijven, samen met de nieuwe bewoners van de wijk. Beloon je de ondernemers niet, gaat de winst die ze gecreëerd hebben (onterecht) volledig naar de projectontwikkelaar.

Eigenaarschap

Een van de oplossingen om dit te voorkomen zit in eigenaarschap. Dat helpt namelijk enorm. In hetzelfde gebied waar de Nijverheid neerstreek, financierden we het Hof van Cartesius. Ook hier zijn creatieve werkplekken gebouwd, samen met een horecavoorziening en evenementen die iedereen kan bezoeken. Het is alleen geen tijdelijke plek. De ondernemers achter deze plek wonnen een prijsvraag van de gemeente om dit stuk kale grond een nieuwe bestemming te geven met een circulaire broedplaats.

Dat is gelukt. Inmiddels is het zelfs toonbeeld geworden voor andere circulaire gebouwen. Het Hof van Cartesius kon zelf de grond kopen en de circulaire paviljoens bouwen. En doordat de lasten over langere periode gespreid kunnen worden, blijven ruimtes betaalbaar.

Het betekent zeker niet dat het eigenaarschap makkelijk is, want het Hof moest met weinig middelen een hele broedplaats optuigen die wordt gemaakt met tweedehandsmaterialen en tegelijkertijd stevig genoeg is om te blijven. Maar het resultaat is een toekomstbestendige plek die in principe tot in de eeuwigheid zo kan blijven functioneren.

Vrijheid en vertrouwen van de gemeente

Eigenaarschap is lang niet altijd een oplossing. Maar het laat zien wat er gebeurt als ondernemers verantwoordelijk zijn voor een gebied. Het laat zien wat vertrouwen doet. En je zou als gemeente altijd creatieve ondernemers moeten willen betrekken bij gebiedsontwikkeling.

Dat kunnen we mooi illustreren aan de hand van de NYMA makersplaats. Tien jaar geleden financierden we drie ondernemers die in de oude Honigfabriek aan de Waal een broedplaats startten voor makers. Het werd een levendige plek en een begrip in en om NIjmegen. De Smeltkroes, de naam van de makersplek die zich op het oude Honig-terrein vestigde, werd een plek voor meer dan 100 creatieve makers. De ondernemers wisten dat het tijdelijk was, maar zagen ook hoe zij aan de hand van hun investeringen waarde toevoegden aan de nieuwe wijk aan de Waal. Het was ook een plek die de gemeente wilde ontwikkelen, mede vanwege de Oversteek, een nieuwe brug over de Waal die precies in dit gebied terecht kwam.

De tijdelijke opvulling zorgde voor levendigheid. De gemeente wilde dit niet kwijt en deed in 2016 een oproep om ideeën voor de toekomst van het NYMA-terrein te delen. De zittende ondernemers van de Smeltkroes ontwierpen een visie op gebiedsontwikkeling en de gemeente zag de toegevoegde waarde. De ondernemers kregen vrijheid en vertrouwen en dat is een sleutel tot succes. Door de ondersteuning en de bereidheid van de gemeente werd het mogelijk om de financiële puzzel te leggen en een nieuwe plek te ontwikkelen.

Kijk verder dan de euro’s

In Utrecht en Nijmegen zien we dus mooie voorbeelden waar een gemeente inziet wat culturele ondernemers betekenen voor de stad. De praktijd is vaak weerbarstiger. Vaak hebben ambtenaren en wethouders de overtuiging dat de hoogste opbrengst in euro’s het beste is voor de stad. Ze zien over het hoofd dat er zo zielloze en levenloze plekken ontstaan. En na verloop van tijd moet de gemeente veel geld in die plek investeren om de leefbaarheid op peil te houden.

Pro-actief handelen is altijd beter dan achteraf pleisters plakken. De gemeente Rotterdam heeft nu concreet een kans om het goede voorbeeld te geven: met de kunstenaars en makers om de tafel gaan om samen Keilewerf 2.0 mogelijk te maken. En dan nu voor de langere termijn.