In het laatste kwartaal van het jaar stegen de wereldwijde aandelenmarkten. Een belangrijk deel van deze stijging kan worden toegeschreven aan de aanhoudende appreciatie van de Amerikaanse dollar. In de eerste maand van het kwartaal waren beleggers nog wat voorzichtig vanwege de onzekerheid over de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen en het effect dat deze zouden hebben op de Fed. Toen de overwinning van Trump een feit was overheerste het enthousiasme onder beleggers, met belastingverlagingen en deregulering in het vooruitzicht. De marktreactie elders was meer gematigd, met de dreiging van aanzienlijke Amerikaanse importtarieven voor buitenlandse bedrijven. Maar de dominantie van de Amerikaanse aandelenmarkt was doorslaggevend voor de stijging van de MSCI World Index. In de laatste maand van het jaar temperde een agressieve boodschap van de Fed de uitbundigheid van beleggers enigszins.
Data loopt uiteen
In het vierde kwartaal van 2024 gaf data aan dat de Amerikaanse economie nog steeds een klasse apart was, met een stijgende groei. De economieën van het VK en Japan bleven beide rond stagnatie zweven. Ook de eurozone bewoog zich aan het einde van het jaar dicht bij neutraal terrein, na een scherpe verslechtering in november. De verwerkende industrie kromp in alle grote economieën. De groei kwam uit de dienstensector. Dit was vooral het geval in Amerika waar de dienstensector in december het hoogste punt in drie jaar bereikte.
De cyclus van renteverlagingen zet door maar met wisselende vooruitzichten
In het laatste kwartaal van het jaar hebben de Fed, de ECB en de BoE hun rente verlaagd. De Fed en de ECB verlaagden de rente met 25 basispunten tijdens beide beleidsvergaderingen, terwijl de BoE slechts één keer verlaagde. Interessanter dan de renteverlagingen zelf waren de begeleidende berichten, die sterk uiteenliepen. De prognoses van Fed-functionarissen voor de rente in 2025 wezen op minder verlagingen dan eerder voorspeld. De ECB daarentegen verlaagde haar economische groeiprognose voor 2025 en ECB-president Lagarde zei dat in de nieuwe groeiprognose van de ECB geen rekening is gehouden met een Amerikaans invoertarief op goederen uit de EU, wat betekent dat de risico's voor de groeivooruitzichten neerwaarts zijn. In de tussentijd koos de BoE ervoor om in december in de wacht te blijven staan vanwege bezorgdheid over de recente verhogingen van lonen en prijzen die het risico van aanhoudende inflatie hebben vergroot.
Obligatierente stijgt
De 10-jaarsrente van de vier grote economieën steeg in de loop van het kwartaal, hoewel de omvang van de stijging verschilde. De rente in de VS en het VK steeg sterk toen de inflatievrees weer de kop opstak en de vrees voor een recessie wegebde. In de VS was de verkiezingsoverwinning van Trump de belangrijkste oorzaak van deze stijging, terwijl in het VK de plannen van de nieuwe regering om de uitgaven te verhogen en de nationale verzekeringsuitkeringen van werkgevers te verhogen, de belangrijkste boosdoener waren. Dit resulteerde in agressieve verklaringen van de Fed en BoE. Ook de Duitse 10-jaarsrente steeg in die periode, deels als gevolg van de politieke onrust in Duitsland en Frankrijk en deels vanwege de onderlinge verwevenheid tussen de Amerikaanse en Europese obligatiemarkten. De stijging was echter minder uitgesproken, aangezien de economische cijfers van de eurozone neerwaarts bleven verrassen, wat resulteerde in gematigde verklaringen van ECB-functionarissen.
De kerninflatie daalt langzaam
We verwachten dat de totale inflatie in de eurozone, het VK en de VS volgend jaar zal dalen, maar in een traag tempo, met de mogelijkheid van stagnatie of bescheiden stijgingen in bepaalde maanden. Dit verhaal speelt zich nu al enkele maanden af. In de eurozone ligt de totale inflatie rond de doelstelling en bedraagt de kerninflatie 2,7%, terwijl ze een dalende trend vertoont. De kerninflatie is zowel in de VS als in het VK aanzienlijk hoger, maar ook hier verwachten we dat de inflatie langzaam zal dalen richting de doelstelling. De belangrijkste opwaartse risico's voor de inflatie lijken de onstabiele (geo)politieke situatie te zijn, die mogelijk voor een aanbodschok zou kunnen zorgen, samen met het potentieel van tarieven. We verwachten dat de groei van de particuliere consumptie in de eurozone en het VK laag zal blijven, waardoor de inflatie en de totale groeicijfers zullen afnemen. Nu de inflatie aanzienlijk lager is dan vorig jaar en de winstmarges van bedrijven enigszins onder druk staan, zal de loongroei in de geavanceerde economieën tegen het einde van het jaar waarschijnlijk verder afnemen.
De economische groei zal matig zijn
Hoewel we verwachten dat de economische activiteit in de eurozone licht zal aantrekken ten opzichte van het huidige niveau, zal de groei naar historische maatstaven laag blijven. De cyclus van renteverlagingen die in Europa inmiddels stevig is begonnen, zal een belangrijke factor zijn bij het opstuwen van de groeicijfers. Voor de VS, waar de economische bedrijvigheid tot nu toe veerkrachtig blijft, verwachten we dat de groei in 2025 verder zal afnemen. Toch verwachten we dat de VS het beter zal blijven doen. Het VK daarentegen heeft zich het hele jaar door enigszins hersteld van zijn zeer lage groeipercentage in 2023, en we verwachten een verdere matiging naar een laag groeipercentage in 2025, zij het hoger dan in 2024. Voor Japan verwachten we dat 2024 een jaar was van stagnerende groei die in 2025 aanzienlijk zal aantrekken.