In het tweede kwartaal van het jaar stegen de wereldwijde aandelenmarkten. Dit was niet zichtbaar aan het begin van het kwartaal, toen de markten in april daalden als gevolg van de aanhoudende inflatie in de VS. Deze leidde tot een aanpassing van de verwachtingen voor renteverlagingen. In mei stegen de markten, dankzij een mix van sterke winstrapporten en een dalende inflatie in de VS, waardoor beleggers gerustgesteld werden over een mogelijke renteverhoging door de Fed. In juni zette de stijging door, vooral gedreven door de VS. De S&P 500 bereikte voor het eerst de grens van 5.500 punten, met name door het aanhoudend optimisme rond techaandelen. Het feit dat de Fed haar beleidsverwachtingen voor het einde van het jaar heeft bijgesteld van drie naar één renteverlaging, heeft beleggers niet afgeschrikt, omdat dit grotendeels werd verwacht. In Europa werden beleggers onaangenaam verrast door de aankondiging van de vervroegde verkiezingen in Frankrijk, na een vernietigend verlies van president Macron tijdens de EU-verkiezingen. Politieke risico's kwamen plotseling weer om de hoek kijken.
Zakelijke enquêtes lopen uiteen
In het tweede kwartaal van 2024 gaven de bedrijfsenquêtes aan dat de Amerikaanse economie nog steeds een klasse apart was, aangezien de expansie versnelde, terwijl de expansie in de andere regio's naar een lagere versnelling schakelde. De enquêtes suggereerden zelfs een bijna perfect scenario: een robuuste en zelfs stijgende vraag in combinatie met een afkoeling van de inflatie. Ondertussen vertraagde de groei in Europa. De eurozone lijkt er het slechtst aan toe, met een diepere krimp in de verwerkende industrie en een lagere groei in de dienstensector. De tegenvallende bedrijfsenquêtes in Europa werden deels verklaard door de onzekerheid over de komende verkiezingen in het VK en Frankrijk. Binnenkomende cijfers spraken de bedrijfsenquêtes tegen, omdat deze juist lieten zien dat Amerikaanse cijfers het meest negatief verrasten in vergelijking met de andere regio's.
Centrale bankiers blijven voorzichtig, maar de renteverlagingscyclus is begonnen
In juni was de ECB de eerste van de grote centrale banken die de renteverlagingscyclus startte met een alom verwachte renteverlaging van 25 basispunten. Maar de ECB bleef voorzichtig en verklaarde dat ze niet 'op de automatische piloot' reed toen ze verdere renteverlagingen overwoog. Zowel de Fed als de BoE bleven voorzichtiger en zagen af van een renteverlaging in juni. Uit de bijgewerkte prognoses van de Fed bleek dat functionarissen nu slechts één renteverlaging verwachten in 2024, tegen drie in maart. Fed-voorzitter Powell bagatelliseerde de herziening van de prognoses echter door te zeggen dat het een "licht element van conservatisme" weerspiegelde. BoE-functionarissen beoordeelden de beslissing om de rente te handhaven als "fijn uitgebalanceerd", een teken dat ze op het punt staan om voor een renteverlaging te stemmen. De Bank of Japan bleef ook voorzichtig en stelde de bekendmaking van details over plannen om het obligatie-inkoopprogramma af te bouwen uit. De bank gaf aan dat de beleidsrente in juli omhoog zou kunnen gaan.
Obligatierente stijgt iets
De rente op 10-jaars staatsobligaties in zowel de VS als de eurozone steeg licht in de loop van het kwartaal. Dit werd vooral veroorzaakt door de veronderstelling dat centrale bankiers hun beleidsrente minder zullen verlagen dan eerder werd verwacht, met als hoofdoorzaak de aanhoudende Amerikaanse inflatie. Een andere factor was de onzekerheid over de komende verkiezingen in het VK, Frankrijk en de VS. Tekenen van een geleidelijke vertraging in de VS en een afnemende inflatiedruk in de geavanceerde economieën boden enig tegenwicht voor de opwaartse beweging van de obligatierente.
Vooruitzichten
Wij verwachten dat de algemene inflatie in de VS, het VK en de eurozone in de loop van het jaar zal dalen in de richting van de doelstelling, maar in een traag tempo, met de mogelijkheid van stagnatie of zelfs bescheiden tussentijdse stijgingen. De vertraging in de daling zal naar verwachting worden veroorzaakt door een aanhoudende hoge inflatie in de dienstensector gedreven door de recente loongroeicijfers. De grootste opwaartse risico's voor de inflatie lijkt de instabiele (geo)politieke situatie in de wereld te zijn, die mogelijk voor een aanbodschok kan zorgen. Wij verwachten dat de groei van de particuliere consumptie in de eurozone en het VK laag zal blijven, wat de inflatie en de totale groeicijfers zal vertragen. Ook verwachten we dat de groei van de particuliere consumptie in de VS dit jaar zal afzwakken. Nu de inflatie aanzienlijk lager is dan vorig jaar en de winstmarges van bedrijven enigszins onder druk staan, zal de loonstijging in de geavanceerde economieën dit jaar waarschijnlijk matigen.
De groei zal traag zijn
Gezien de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkten beschouwen wij een zachte landing als meest waarschijnlijke scenario. Hoewel de werkloosheid in de meeste geavanceerde economieën licht stijgt, blijven de werkgelegenheid en de vacaturegraad naar historische maatstaven hoog. Dit betekent niet dat we sterke totale groeicijfers verwachten. De wereldwijde economische activiteit groeide in 2023 met 3,2%. We verwachten een vergelijkbare groei in 2024, wat naar historische maatstaven laag is. Voor de eurozone en het VK verwachten we een traag herstel van de groeicijfers ten opzichte van de vorige kwartalen, terwijl we voor de VS een gematigde groei verwachten. In Japan zal de groei waarschijnlijk licht aantrekken na een krimp in het eerste kwartaal. Hoewel Chinees herstel ongrijpbaar blijft, verwachten we wel groei in 2024.