Stel, je hebt in een kwartaal (bijvoorbeeld 1 januari t/m 31 maart) een gemiddeld vermogen van € 10.000, als volgt verdeeld:
Fonds 1: € 5.000 (=1/2)
Fonds 2: € 5.000 (=1/2)
De kosten zijn 0,48% van het belegde bedrag per jaar. Per kwartaal is dat 0,48%/4 = 0,12%. De kwartaalkosten zijn in dit voorbeeld dus 0,12% x € 10.000 = € 12. Als deze verdeling nog geldt op het moment dat we de kwartaalkosten berekenen, dan wordt de helft van de kosten (€ 6) in rekening gebracht bij Fonds 1 en de andere helft (€ 6) in rekening gebracht bij Fonds 2.
Verrekening bij mutaties
Stel dat je in bovenstaand voorbeeld vlak voor het einde van het kwartaal (op 31 maart) € 2.500 van Fonds 2 verkoopt.
De verdeling van het totale fondsvermogen van € 7.500 is dan op dat moment:
Fonds 1: € 5.000 (=2/3)
Fonds 2: € 2.500 (=1/3)
Je gemiddeld belegd vermogen over het afgelopen kwartaal is ook in dit geval € 10.000.
De kwartaalkosten zijn dus 0,12% x € 10.000 = € 12.
De verrekening is dan als volgt:
2/3 wordt in rekening gebracht bij Fonds 1 (2/3 van € 12 = € 8)
1/3 wordt in rekening gebracht bij Fonds 2 (1/3 van € 12 = € 4)