“Wat een kutgeweer!” Gefrustreerd laat Dylan zijn luchtbuks zakken. In de kartonnen schietschijf met zijn naam erop zitten al drie kogelgaten, terwijl hij de vakken van zijn tegenstanders heeft gemist. Pijnlijk, want Dylan doet zijn best om bij de ‘stoere jongens’ te horen en nu dreigt hij te verliezen. Gelaten zakt hij neer in een gerafeld voetbaldoel, naast twee jongens die het bijltje er al eerder bij neer hebben gegooid.

Siemen Bruins, oprichter van Outdoor Care.

Nu drie van de vijf deelnemers met hangende koppies in het voetbaldoel hangen, loopt de middag bij jeugdzorgaanbieder Outdoor Care niet zoals gepland. Maar eigenlijk is dat precies de bedoeling. Outdoor Care biedt begeleiding aan jongeren tussen de acht en achttien jaar met verschillende hulpvragen. Sommigen hebben moeite in sociale situaties, anderen hebben weinig zelfvertrouwen, zijn impulsief of worden snel boos.

Na schooltijd of in het weekend komen ze samen op een terrein dat ooit dienstdeed als dierentuin. Waar vijvers, rotsformaties, labyrinten en bamboebosjes eindeloze mogelijkheden bieden voor sport en spel. Vlotten bouwen, door de modder baggeren, levend Stratego, verstoppertje, vlaggenroof en dus luchtbuksschieten. Genoeg te doen.

Pak ze terug!

Dat lethargische gehang in het doel is dus niet waarvoor de jongens hier zijn. Begeleider Hielke van der Laan grijpt in. “Dylan! Heb je gemist? Pak ze terug dan! Vraag steun aan iemand anders en probeer het nog een keer.” Dylan kijkt vragend naar de lange jongen naast hem. Die komt overeind, maar aarzelt om daadwerkelijk een luchtbuks op te pakken. “Dylan”, helpt Hielke verder. “Vind je het leuk als Raven jou helpt?” Dylan knikt. “Raven! Hij zegt ja! Hij wil jou erbij hebben, ga maar.”

Bij aankomst, een uurtje eerder, had Raven weifelend gereageerd op Hielke’s vraag hoe het met hem ging. “Daar wil ik zo nog even op terugkomen”, zegt Hielke, terwijl Raven aanlegt voor het schot dat Dylan revanche moet bieden. Na het middagprogramma stoken ze een vuurtje en eten ze samen. Dat biedt ruimte voor gesprek.

Leren van uitdagingen
Outdoor Care is geboren uit frustratie die oprichter Siemen Bruins opbouwde toen hij in de reguliere jeugdzorg werkte. Siemen:“Je kunt met z’n allen aan tafel zitten en een goed gesprek voeren over emoties of gedrag, maar vervolgens trekt zo’n jongen de deur achter zich dicht en ben je hem kwijt. Het beklijft pas als een jongere tegen de lamp loopt en de gevolgen ervan ervaart en ermee om leert gaan."

Die ervaring, daar draait het dus om bij Outdoor Care. Spannende dingen doen, in een groep. Dan botst en schuurt het. De één wint, de ander verliest. Er moet weleens een ruzie worden gesust of een pleister worden geplakt. Maar juist in die strubbelingen schuilt de leermogelijkheid.

Op dinsdagmiddag waaieren drie groepen van tien jongeren, vooral jongens en zo’n twintig procent meiden, uit over het terrein. Het Labyrinth heet dat terrein. Citroenvlinders fladderen in de lentezon en koolmezen en merels kwetteren er lustig op los. Hielke’s groep gaat naast luchtbuksschieten ook handboogschieten en quad rijden. Een andere groep is met walkie talkies in de weer. Anderen sprokkelen hout voor een vuurtje. Op een grote trampoline springt een jongetje loom op en neer, onder toeziend oog van een begeleider. Die begeleidt hem één-op-één bij het verbeteren van zijn sociale vaardigheden.  De bamboebosjes en andere hagen op het terrein bieden iedere groep een beschutte eigen plek.

Elke middag trekken ook één of twee groepen eropuit. Een hike in de omgeving, een tochtje op de fietsen die in de grote schuur staan, of met één van de busjes op pad. Kano’s mee om de Berkel af te varen. Of de grens met Duitsland over, naar de rotsformaties waar de jongeren kunnen klimmen of abseilen.

Hyperventileren

Bruins’ ogen beginnen te glimmen als hij dat jaarlijkse uitstapje noemt. “Bij abseilen gebeurt zo veel. Je hebt de ADHD’er die helemaal geen gevaar ziet en langs de afgrond rent. Bij anderen roept het juist heftige angst op. En daar sta je dan, te huilen van spanning, terwijl negen andere jongens toekijken.”

Bruins herinnert zich het moment dat een deelnemer boven de rand hing en niet verder durfde. “Hij begon te hyperventileren. Ik vroeg hem waar hij die angst van kende. ‘Dit is precies wat ik ook voel voor een toets,’ gaf hij aan. We hebben ademhalingsoefeningen gedaan en de angst gerelativeerd. Je bent veilig, er kan niets gebeuren. Uiteindelijk durfde hij verder. Iets niet durven en dan toch doen, merken dat je het wél kan, dat doet wat met je zelfvertrouwen.”

Uitdaging

Jongeren die elders in de jeugdzorg stranden, zitten bij Outdoor Care vaak wel op hun plek. Laatst kwam er een grote jeugdzorgaanbieder op bezoek om te doorgronden hoe dat komt. Als verklaring noemt Siemen twee jongens met autisme uit zijn persoonlijke omgeving, die naar een zorgboerderij gingen. “Ik hou altijd al van buitensporten en als twintiger nam ik hen mee op sleeptouw. Hiken of mountainbiken en dan kamperen en een fikkie stoken. Zij hadden die uitdaging nodig.Die vonden ze niet op de zorgboerderij, dus daar zochten ze de grenzen op.”

Eén van de deelnemers, Quinten (‘recentelijk veertien geworden’), en een jongen met schijnbaar tomeloze energie, wil best wat over Outdoor Care vertellen. Maar waarom hij hier zit? “Daar vraag je me wat, ik zou het echt niet weten”, zegt hij, terwijl hij stukjes plakband van een rolletje trekt en tussen zijn tanden afscheurt. “Gast!”, reageert Hielke verbaasd. “Daar hebben we het hartstikke vaak over gehad!” Quinten denkt even na. “Om om te gaan met mijn ADHD en ook om me een beetje bezig te houden, zodat ik niet de hele tijd in mijn hoofd zit met wat er speelt op school enzo.”

Quinten had veel ruzie. “Echt elke dag. Thuis en op school. Dat is niet meer zo sinds ik bij Outdoor Care zit.” Hoe dat komt? “In mijn taal: omdat het hier net zulke grote idioten zijn als mij. Waaronder Hielke.” Hij werpt zijn begeleider een stralende blik toe. “Hier laten ze me mijn gang gaan en kan ik mijn frustraties kwijt.”

Nat pak

De ervaringen die jongeren en begeleiders samen opdoen, vormen een snelkookpan voor een vertrouwensband, stellen Hielke en Siemen. Siemen noemt een kanotripje tijdens een wintervakantie in de Ardennen. “Het vroor en een deelnemer ging om. Dat doet wat met ons als begeleiders. Wij zorgen voor hem, ik leen hem mijn warme vest. Zo voelt hij dat hij van mij op aan kan. En die avond, lekker warm bij een vuurtje, was er ineens wel ruimte om het te hebben over het verlies van zijn moeder. Een onderwerp waar die jongen normaal gesproken nauwelijks iets over loslaat.”

Ravens eerste schot is raak. “Lekker!”, juichen zowel Dylan als Hielke. Raven straalt. Maar algauw komt er een einde aan Dylans gehoopte revanche. Het is tijd een ander veldje op te zoeken, voor het volgende programmaonderdeel: boogschieten. “Raven zit in een heel moeilijke situatie”, vertelt Hielke achteraf. “Hij zit al maanden in de crisisopvang, in afwachting van een plekje in een gezinshuis. Hij heeft het gevoel nergens welkom te zijn. Dus als er een mogelijkheid is hem een positief gevoel te geven, hem te laten voelen dat hij er wél mag zijn, zoals net met luchtbuksschieten, dan grijp ik die meteen.’

Om hun privacy te waarborgen, zijn de namen Dylan en Raven gefingeerd.