Netcongestie dus… Wat is er precies aan de hand?

Om de klimaatdoelen te halen, maakt Nederland de overstap van fossiele naar hernieuwbare energie. We installeren bijvoorbeeld meer en meer zonnepanelen op daken en in weilanden. En ons land telt inmiddels meerdere, grote windparken, zowel op zee als op land. Deze energiesystemen leveren groene energie in de vorm van elektriciteit, wat betekent: er moet steeds meer (duurzame) stroom het elektriciteitsnet op. Ondertussen neemt de vraag naar elektriciteit ook rap toe, bijvoorbeeld door een snel uitdijend elektrisch wagenpark en de elektrificatie van onze warmtevoorziening (lees: warmtepompen). Maar ook omdat steeds meer bedrijven en industriële spelers hun processen elektrificeren.

Als het aanbod van en/of de vraag naar stroom hoger is dan het elektriciteitsnet aankan, is er sprake van netcongestie | Infographic: IvoGraphics

Deze ontwikkelingen leiden nu al tot ‘file’ op het elektriciteitsnet, waardoor nieuwe bedrijven en soms zelfs hele woonwijken (zoals in Almere) niet aangesloten kunnen worden. Met andere woorden: het elektriciteitsnet raakt vol (deze kaart spreekt wat dat betreft boekdelen). Netbeheerders werken daarom aan allerlei manieren om netcongestie tegen te gaan. Een logische en nodige optie is het verzwaren van het elektriciteit (lees: de aanleg van nieuwe elektriciteitskabels), maar dat is een kostbare en tijdrovende klus en niet voldoende om het probleem op te lossen.

Daarom wordt er ook gekeken naar slimme oplossingen, die de druk op het elektriciteitsnet kunnen verlichten. Een voorbeeld van zo’n oplossing, waar inmiddels op meerdere plekken hard aan wordt gewerkt: Smart Energy Hubs.

Wat is een Smart Energy Hub?

Het doel van een Smart Energy Hub is simpel: met een aantal bedrijven (of een compleet bedrijventerrein) optimaal en zo slim mogelijk gebruikmaken van de beschikbare netcapaciteit. Dat zit zo: elk bedrijf krijgt een bepaalde stroomcapaciteit toegewezen van de netbeheerder, maar bijna geen enkel bedrijf maakt daar 24 uur per dag en 7 dagen per week gebruik van. Op bepaalde momenten zouden andere bedrijven dus gebruik kunnen maken van die capaciteit, vertellen experts Bart Blokland en Jos de Bruin.

Op het bedrijventerrein Schiphol Trade Park in Hoofddorp wordt dat al in de praktijk gebracht. Daar hebben nu vijftien bedrijven voldoende stroom, terwijl er maar vier bedrijven stroom van netbeheerder Liander geleverd krijgen. De vraag is: hoe maakt een Smart Energy Hub dat mogelijk? Het is een ‘net achter het net’, leggen Blokland en De Bruin uit. Zij legden samen met gebiedsontwikkelaar SADC en software-ontwikkelaar Spectral de basis voor de Smart Energy Hub op Schiphol Trade Park, de eerste hub van Nederland.

Blokland: “In een soort control room wordt vraag en aanbod van elektriciteit voortdurend gemeten en geanalyseerd. Als de vraag groter is dan het elektriciteitsnet op dat moment aankan, wordt er stroom uit batterijen ingezet. In tijden van overschot worden de batterijen juist opgeladen.” Gezamenlijk betalen de aangesloten bedrijven voor de diensten om dit virtuele net te laten draaien. Het gebruik van die batterijen en van elkaars stroom wordt verrekend in de prijs.

Hoe krijg je bedrijven zover om mee te doen?

Dat is niet zo moeilijk, zegt De Bruin. “Steeds meer bedrijven moeten maatregelen treffen om netcongestie te omzeilen. Als een bedrijf bijvoorbeeld al een generator heeft staan, maar die hoeft niet meer de hele dag aan te staan dankzij de Smart Energy Hub, dan is dat voor het bedrijf in kwestie pure winst”, aldus De Bruin. “Vooral ’s nachts is er netcapaciteit te over en kan de verlichting prima op de gedeelde stroomcapaciteit van je buren draaien. Ook de sterk stijgende gasprijzen helpen mee, daardoor is de financiële prikkel erg groot om meer gebruik te maken van elektriciteit.”

Hoeveel Smart Energy Hubs telt Nederland momenteel?

Dat is een lastige vraag, want ‘Smart Energy Hub’ is geen duidelijk afgebakend begrip. Maar collectieve initiatieven om netcongestie te omzeilen, schieten als paddenstoelen uit de grond, merken Blokland en De Bruin. Blokland en De Bruin startten in oktober van vorig jaar bijvoorbeeld een nieuwe Smart Energy Hub op in Zwolle. Andere voorbeelden zijn pilotprojecten met buurtbatterijen op verschillende plekken in het land en een proefopstelling in Deventer, waar groene waterstof gemaakt wordt met hernieuwbare elektriciteit die ‘over’ is. Onlangs kondigde het Amsterdamse Havenbedrijf aan dat 29 bedrijven in de haven samen stroom gaan delen. En in Oost-Nederland worden in de aankomende tijd tien Smart Energy Hubs gerealiseerd.

Is de Smart Energy Hub een oplossing voor heel ondernemend Nederland?

“De principes zijn overal hetzelfde” , zegt Blokland. “Dat maakt de Smart Energy Hub in principe ‘één-op-één kopieerbaar’.” Tegelijkertijd is het geen broodje dat je zomaar even van de plank trekt, tempert hij de verwachtingen. Er zijn namelijk een aantal voorwaarden. Er bijvoorbeeld moet een bepaalde organisatiegraad op een bedrijventerrein aanwezig zijn – een parkmanagement.

Daarnaast moet er bereidheid zijn bij voldoende bedrijven om in een Smart Energy Hub te investeren. Om dat voor elkaar te krijgen, moeten bedrijven de urgentie voelen en het gezamenlijke belang inzien, zeggen Blokland en De Bruin. Op technisch, financieel en juridisch vlak zien zij geen problemen, daar zijn inmiddels modellen voor. Het is ‘sociale’ innovatie die het succes van Smart Energy Hubs zal bepalen.

“Als we het met elkaar en lokaal niet op kunnen lossen, wordt de energietransitie een gigantische en heel kostbare opgave”, besluit Blokland. “Laten we het dus vooral samen en ‘slimmer’ doen.”