1. Wat is degrowth?

Stegeman: “Degrowth is een geplande afname van economische activiteit, om tot een economie te komen die eerlijker is en binnen de planetaire grenzen blijft. In de praktijk betekent het dat we bepaalde dingen minder of zelfs helemaal niet meer doen. Denk bijvoorbeeld aan de productie en het gebruik van fossiele brandstoffen. Waar het om gaat is: er zitten grenzen aan groei. Doorgroeien zoals we dat nu doen, is simpelweg niet meer houdbaar en in Nederland zeker niet nodig om gelukkig te worden. Dan putten we de aarde uit en daar hebben we ook onszelf mee. Degrowth biedt een alternatief.”

2. Het huidige economische systeem is juist afhankelijk van groei. Hoe zit dat?

“We worden momenteel bijna gedwongen om te consumeren, constant en vanuit alle hoeken. Meer, beter, sneller, groter… Dat is niet voor niets. In de huidige economie zijn bedrijven actief die (over het algemeen) maar één doel hebben: winstmaximalisatie. Dat komt omdat aandeelhouders (als kapitaalverschaffers) uiteindelijk de hoogste baas zijn. Hoe meer rendement zij eisen, hoe hoger de druk is voor bedrijven om winst te maken.

Dat heeft ons enerzijds veel vooruitgang gebracht. Want om winst te maximaliseren, innoveren bedrijven er al decennia op los. De keerzijde is dat zij ook steeds grotere afzetmarkten nodig hebben. Economische groei is een vereiste voor hun bestaan, zeker bij beursgenoteerde bedrijven. Ook overheden zijn er enorm gebaat bij. Die krijgen immers meer geld binnen als de economie groeit en inkomens stijgen, in de vorm van belasting. Ons huidige systeem heeft groei nodig, ongeacht het welzijn van mensen en ecosystemen.”

Hans Stegeman, hoofdeconoom bij Triodos Bank

3. Maar kunnen we niet binnen de planetaire grenzen blijven doormiddel van innovatie, efficiëntieslagen, enzovoorts? Dan hoeft het economische systeem ook niet op de schop…

“Dat zou ik graag geloven, want het zou supergemakkelijk zijn. Dan hoeven we immers niets te veranderen aan ons (consumptie)gedrag. Er zitten alleen wat haken en ogen aan die gedachte. Ten eerste weten we niet of innovatie voldoende is om binnen de planetaire grenzen te blijven, daar is geen enkel bewijs voor. Ja, economische activiteiten kunnen er efficiënter en minder CO2-intensief van worden. Maar klimaatverandering is ook een race tegen de klok. En ik acht de kans klein dat we die race met alleen innovatie winnen.

Ten tweede leert de praktijk ons dat innovatie niet per definitie leidt tot minder economische activiteit. In tegendeel zelfs. Neem autofabrikanten. Die grijpen innovatie en efficiëntie echt niet aan om mínder te doen. Ze gebruiken de ruimte die ontstaat juist om grotere auto’s te ontwikkelen, met meer functionaliteiten. Innovatie en efficiëntie worden nu vooral aangegrepen om nóg meer welvaart te creëren, ofwel winst te maximaliseren.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben een groot voorstander van innovatie. Dat moeten we vooral blijven doen. Maar tegelijkertijd moeten we kritisch kijken naar ons huidige economische systeem. Kunnen we ook gelukkig zijn zonder zoveel spullen? Zonder zo’n hoog energiegebruik? En zonder zo’n grote ecologische voetafdruk?”

4. Ok, ontgroeien dus. Hoe ziet dat er in de praktijk uit?

“Bij degrowth gaat het dus niet om optimalisatie van het huidige systeem (lees: innovatie), maar om radicale systeemverandering. Om dat überhaupt in gang te kunnen zetten, moet je eerst de gewone burger mee zien te krijgen. En om dát voor elkaar te krijgen, moeten de basisvoorzieningen heel goed op orde zijn. Er moet voldoende zekerheid zijn voor iedereen, dat is het startpunt. Pas daarna kan je dingen niet, minder en anders gaan doen.

Ook is het zaak om bepaalde zaken in ons huidige economische systeem aan de kaak te stellen. Als we binnen de planetaire grenzen willen blijven, kunnen bepaalde dingen simpelweg niet meer. Waarom vliegen we met z’n allen nog zoveel? Waarom eten we nog zoveel vlees? Dat kunnen ongemakkelijke gesprekken zijn, maar daar moeten we het wel over hebben.

Vervolgens zijn er allerlei mogelijkheden om economische groei in te perken. Denk bijvoorbeeld aan andere eigendomsvormen bij bedrijven, zoals steward ownership, die de winstprikkel (deels) wegnemen. Of denk aan een verschuiving van belasting, van mensen naar vervuiling en grondstoffen. Als bedrijven belast worden op hun grondstoffengebruik forceert hen dat immers om minder grondstoffen te gebruiken. Ook de circulaire economie is een belangrijk middel voor ontgroeien. Denk aan het repareren, hergebruiken en langer gebruiken van producten. En aan een verschuiving van eigendom naar delen. Niet iedereen hoeft bijvoorbeeld z’n eigen boormachine, hogedrukspuit of naaimachine te hebben, die kan je ook prima delen met je wijkgenoten. Hoe meer spullen we delen, hoe minder spullen er gemaakt hoeven te worden.

Ook de financiële sector heeft een belangrijke rol in dit verhaal. Eigenlijk zou elke financiering die een bank doet, getoetst moeten worden met de vraag: is dit nou echt nodig? Er worden momenteel allerlei nutteloze zaken gefinancierd, (zoals de tabaksindustrie, red.) met allerlei nieuwe groeiprikkels tot gevolg. Daar hebben we onder de streep niks aan.”

5. Degrowth wordt vaak geassocieerd met ‘minder’ en ‘achteruitgang’. Een misvatting, volgens jou. Kan je dat uitleggen?

“Degrowth gaat inderdaad over minder economische activiteit en minder grondstoffen- en energiegebruik. Dat klopt, maar dat is op macro-economisch niveau. Wat niet klopt, is dat dat een negatief verhaal is. Dat we er op achteruit zullen gaan. Het is juist een positief verhaal. In een economie waar groei niet langer centraal staat, en die binnen de planetaire grenzen blijft, kan iedereen het goed hebben. Beter zelfs.

Om een voorbeeld te geven: stel je een koelkast voor die twee keer zo lang meegaat als huidige koelkasten, maar evenveel kost. Dan is de individuele burger goedkoper uit, maar halveert de economische groei. Er hoeven immers maar de helft van de koelkasten geproduceerd te worden. En als we spullen die we slechts af en toe gebruiken (zoals de eerdergenoemde boormachine) vaker met elkaar delen, kunnen we er op individueel net zoveel gebruik van maken als anders, maar daalt de economische groei ook.

Ik hoor vaak het argument dat minder economische groei ook leidt tot minder werkgelegenheid. Nou, prima toch? Een belangrijk deel van welzijn is vrije tijd. In een wereld waar we minder spullen nodig hebben en de basisvoorzieningen op orde zijn, kunnen we het ons ook veroorloven om minder te werken. Dit klinkt allemaal een beetje utopisch, dat snap ik. Misschien is het inderdaad nog een vergezicht. Maar we kunnen het huidige systeem wel al doorbreken, met kleine stapjes in die richting. Een economie is simpelweg een set van regels die we met z’n allen hebben afgesproken. Het is een construct. Volgens mij is het de hoogste tijd om nieuwe afspraken met elkaar maken.”