“Een schip kan nogal hokkerig lijken,” vertelt Eva tijdens een rondleiding door de gloednieuwe woonark. “Wij wilden dat juist vermijden.” En dus zijn er van voor naar achter en van links naar rechts doorkijkjes gecreëerd met ramen en lange gangen. “Daarnaast moest onze woonark duurzaam, toekomstbestendig en onderhoudsarm worden,” voegt Arjan toe. En dat lukte, want de woonark heeft een A++++ label. Arjan: “Dat krijg je niet alleen met isolatie voor elkaar.”  

Tien jaar sparen

Arjan en Eva zijn met hun drie kinderen, Tom, Anna en Max (en poes), inmiddels verhuisd naar hun woonark. De zaken lopen – net als bij iedere andere verhuizing – net even anders dan verwacht. De Woonark was weliswaar gloednieuw, maar ze liepen toch tegen wat probleempjes aan. Zo was er een lekkage en een probleem met een van de twee trappen, waardoor deze moest worden vervangen. De deuren benedendeks moesten eruit voor het gieten van de vloer en liggen daarom nog opgestapeld in de woonkamer om opnieuw geplaatst te worden. Maar de drie kamers voor de kinderen zijn af en Eva en Arjan zijn positief, ondanks de laatste tegenslagen.  

“We voelen ons in ieder geval thuis,” zegt Eva. “En dat is vooral voor de kinderen fijn.” Toen het gezin in 2012 op deze plek kwam wonen lag er een oude Tjalk (een vrachtvarend zeilschip) uit 1910. “Het idee was meteen al dat we deze oude boot zouden vervangen door een duurzame woonark,” vertelt Arjan. “We moesten er alleen nog even voor sparen. Daar dachten we toen tien jaar voor nodig te hebben en dat bleek te kloppen.”

Duurzame woonark

Het stel ontwierp de woonark samen met USE architects in Utrecht, die gespecialiseerd is in duurzaam bouwen met hout. De bouw van de ark vond plaats op de werf van Domera in Gouda. In de tussentijd verhuisde de familie vaak. “We hebben op negen verschillende adressen gewoond,” vertelt Eva. “De kinderen moesten op een gegeven moment ook weer naar school, elke keer vanaf een ander adres.” Arjan vult aan: “We doen in de vakanties al heel vaak aan huizenruil, dus we zijn wel wat gewend, maar het vreet energie als je geen vaste plek hebt voor je spullen en dus continu op zoek bent naar je sleutels, portemonnee en telefoon. En het wonen in een buurt die je niet zo goed kent en het zoeken naar goede fietsroutes naar school was soms ook vermoeiend.”

Een ‘vrijstaand huis’ met A++++ label

Zouden ze het met de kennis van nu nog een keer gedaan hebben? “Ik wel, maar ik denk Eva niet”, lacht Arjan. Toch is Eva heel blij dat ze het gedaan hebben. “Ik woon in een vrijstaand huis met een A++++ energielabel, op tien minuten fietsen van het centraal station in Utrecht, met een zwembad in de tuin,” zegt ze. “Wie kan dat nou zeggen?” Dat zwembad is natuurlijk het Merwedekanaal waar de kinderen hele zomers in ronddobberen.

Dat de duurzame woonark zo’n hoog energielabel heeft, is mede te danken aan Arjan, die installatieadviseur is. Hij weet daarom precies wat er op de markt is en wat er mogelijk is. “Ik heb zelf alle installaties ontworpen, dat is mijn werk. Maar dat ging wel in goede samenwerking met de architect en de bouwer, die me hebben getriggerd om na te denken over hoe je die installaties zo kan ontwerpen dat ze minder in het zicht zijn. Normaal denk je: die leidingen moeten naar het plafond, dus je timmert een schacht en daar gaan ze in. Maar zij hielden me scherp door te kijken naar wat er mogelijk is en anders kan."

De machinekamer, of installatiekamer, is nu netjes benedendeks weggewerkt, ónder de woonkamer, die een halve verdieping lager ligt dan de woonkeuken. “Dat wilde ik graag,” vertelt Eva. “Want dan zit je dicht op het water waar je vanaf de bank op uitkijkt en kan je in de zomer de schuifdeuren openzetten om met je voeten over de rand in het water te bungelen.”

Toekomstbestendig bouwen

Bij het ontwerp van de duurzame woonark heeft het stel rekening gehouden met de toekomst. Niet alleen kan een deel van de ark in de toekomst worden veranderd in een appartement, voor als de kinderen het huis uit zijn, maar er is ook rekening gehouden met klimaatverandering. “We isoleren in Nederland nog vrij traditioneel,” legt Arjan uit. “We zorgen er vooral voor dat de warmte in de wintermaanden binnen blijft, maar kijken nog weinig naar isolatie die de hitte in de zomermaanden buitenhoudt. En dat terwijl de verwachting is dat er steeds meer hete zomers komen.”

De hele binnenkant (muren en plafond) van de boot bestaat daarom uit hout. “We hebben gekozen voor CLT (cross-laminated timber). Traditioneel gezien wordt er vaak gekozen voor houtskeletbouw dat je opvult met isolatie en waar je dan een gevel tegenaan zet. Maar in de zomer wil je een gevel hebben met massa, want een dikke muur houdt de hitte buiten. Dat krijg je met skeletbouw niet voor elkaar,” legt Arjan uit. “Omdat je bij een woonark natuurlijk op het gewicht moet letten, kom je voor het realiseren van een dikke muur al snel uit op CLT.”

De muren zijn nu 12 centimeter en het plafond is 16 centimeter dik, dankzij het CLT dat aan de binnenkant van de boot is geplaatst. Eva: “Hout is heel goed voor het binnenklimaat: het is ademend en houdt de vochtbalans op peil. Buiten vind ik het minder geschikt, omdat het reageert op het weer, niet gelijkmatig verkleurt en onderhoud vergt.” Daarom is aan de buitenkant van de woonark gekozen voor een metalen gevelplaat, in combinatie met een dak met zonnepanelen.

Warmte en koelte uit het Merwedekanaal

De woonark is energiepositief, wat betekent: hij levert meer energie op dan dat ie gebruikt. Dit hebben Arjan en Eva voor elkaar gekregen door verder te kijken dan alleen de isolatie. “Nóg meer isoleren heeft op een bepaald moment weinig zin meer, omdat het dan naar verhouding te weinig oplevert. Je geeft er veel geld aan uit en verbruikt misschien 5 watt minder”, zegt Arjan. “Dan kan je beter naar andere dingen kijken, zoals warmteterugwinning, goede ventilatie en het omlaag brengen van je water- en stroomverbruik. Zo hebben wij lampen geïnstalleerd die automatisch uitgaan als er niemand in de ruimte is. Dat helpt, want kinderen laten altijd het licht aan. En we hebben gekozen voor lage temperatuur verwarming, waarmee je een goed geïsoleerd huis prima behaaglijk houdt.”

Verder heeft de woonark een warmtepomp die warmte haalt uit oppervlaktewater. “Veel warmtepompen gebruiken de buitenlucht, maar wij halen onze energie uit het water waar de woonark in drijft. Het water van het Merwedekanaal is op twee meter diepte altijd tussen de vier en vijftien graden, dus in de zomer kunnen we ook natuurlijk koelen.”

Bij een goed geïsoleerde woonark, zoals die van Arjan en Eva, is koelen belangrijker dan verwarmen. “Wij kunnen het huis bij wijze van spreken met twee haarföhns warm houden, ook als het buiten -10 is”, zegt Arjan. “Maar als je mensen op visite hebt, wordt het al snel te warm. Dan moet je koelen en dat kost energie. Omdat wij geen traditionele buitenunit hebben, maar gebruik maken van het oppervlaktewater, hoeft er alleen maar een klein pompje te draaien.