De onderstaande column verscheen 22 september op fd.nl als onderdeel van een reeks columns van Hans Stegeman waarin hij zijn visie geeft over economische en politieke vraagstukken.

Begerig wordt deze Prinsjesdag geloerd naar de bij nader inzien toch niet zo lege schatkist. Het valt alleszins mee, na al die horrorverhalen over wat de coronapandemie zou doen met de overheidsfinanciën.

De Nederlandse overheid krijgt op een 10-jaarslening nog geld toe, dus de financiële markten zien geen enkele reden tot zorg. Ook de Europese vangrail voor disciplinering van overheidsfinanciën is volledig weggenomen.

Mochten we ooit nog een kabinet krijgen, dan doet dat er verstandig aan die miljarden voor nuttige zaken te gebruiken

Tel daarbij op dat de moderne monetaire theorie alom ingang heeft gevonden. Die zegt eigenlijk dat we ons helemaal niet meer hoeven bezig te houden met prudent begrotingsbeleid, omdat de enige grens voor overheidsbestedingen inflatie is. Kortom, voor politici is er geen enkele rem meer om overheidsmiljarden te gebruiken om vertrouwen terug te kopen.

De vraag die mij al geruime tijd bezighoudt: waren we vroeger nu echt zo dom, toen we nog dachten dat er een grens aan schuld zat? Toen we in ieder geval nog probeerden om begerige politici met regels enigszins in toom te houden?

Het antwoord is simpel: nee, dat hadden we goed gezien. De geschiedenis toont namelijk dat er uiteindelijk altijd een grens aan schuld is geweest. Die grens wordt in de eerste plaats bepaald door het vertrouwen in de kredietwaardigheid van een land of de geloofwaardigheid van een geldsysteem.

Hans Stegeman

Econoom en hoofdstrateeg Triodos Investment Management

Hans Stegeman Hans Stegeman (1972) is sinds twee jaar hoofd Research en Investment Strategie bij Triodos Investment Management. Hij werkte eerder bij het Centraal Planbureau en was een aantal jaren hoofdeconoom bij Rabobank. Hans Stegeman studeerde Algemene Economie aan de Universiteit Maastricht, en werkt momenteel aan een proefschrift over de circulaire economie.

Als publiek geld niet voor zinnige investeringen wordt gebruikt, komen vertrouwen en geloofwaardigheid heel snel in het geding. Verlies van vertrouwen leidt tot een crisis en wellicht tot faillissement, verlies van geloofwaardigheid tot inflatie en in het uiterste geval zelfs tot een totale ineenstorting van het systeem.

Deze grenzen gelden ook in de post-coronawereld. Mochten we ooit nog een kabinet krijgen, dan doet dat er verstandig aan die miljarden voor nuttige zaken te gebruiken. Er zijn genoeg maatschappelijke investeringen te bedenken waarvan het rendement aanzienlijk hoger is dan de rente.

Als we nu eens zouden beginnen zo’n coronabedragje van een slordige €80 miljard vrij te maken voor klimaatbeleid

Als we nu eens zouden beginnen zo’n coronabedragje van een slordige €80 miljard vrij te maken voor klimaatbeleid. Nog geen 10% van het bbp. Dat lijkt onwaarschijnlijk veel, maar de Deltawerken werden bij aanvang ook ingeschat op 7,4% van het bbp. Groot geld om een complete verbouwing mogelijk te maken, met draagvlak van consumenten en bedrijven.

Er is een grens aan de schuld. Maar één ding is nu wel echt anders en is het risico van een hogere overheidsschuld waard: de klimaatcrisis. Als we nu niets doen, hoeven we ons überhaupt geen zorgen te maken over een ineenstorting van het financiële systeem. Eer het zover is, is Nederland dan allang een stranded asset.