De wereld is haar morele verplichting niet nagekomen en heeft geen ambitieus plan opgesteld om een catastrofale klimaatverandering te voorkomen. De meningen en de belangen van de toekomstige generaties werden niet goed begrepen. In 2021 bleek uit de verschillende publicaties van het IPCC (het panel van klimaatwetenschappers van de Verenigde Naties), het UNEP (het milieuprogramma van de VN) en het Internationaal Energieagentschap dat de wereld momenteel op weg is naar een wereldwijde temperatuurstijging tot ver boven de 2°C in 2100. Wetenschappelijk bewijs toont aan dat de klimaatverandering nu al plaatsvindt, sneller en met meer gevolgen voor mensen en leefomstandigheden dan eerder werd gedacht. Uit de rapporten blijkt dat de wereld ernaar moet streven om de wereldwijde temperatuurstijging onder de 1,5°C te houden. Een groot deel van de bestaande fossiele reserves zou dus ongebruikt moeten blijven. Het klimaatakkoord van Glasgow slaagt er niet in om deze ambities waar te maken.

De pols is zwak

In de aanloop naar de 26e klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP26) hebben veel landen sterkere klimaatplannen ingediend, o.a. nationaal bepaalde bijdragen (NDC’s). Andere landen kwamen met lege handen. Vóór Glasgow stevende de aarde af op een opwarming van 2,7°C in het jaar 2100. Na Glasgow lopen de schattingen over de impact van de som van de (hernieuwde) NDC's uiteen van ongeveer 2°C tot 2,4°C. Er werd enige vooruitgang geboekt, maar het directe gevolg is dat het resterende wereldwijde koolstofbudget van ongeveer 400 gigaton – dat in overeenstemming is met de limiet van 1,5°C – nog sneller uitgeput zal raken. Daardoor ontstaat extra druk om in de nabije toekomst een nog snellere transitie af te dwingen. Zoals Alok Sharma, de Britse voorzitter van de COP26, het formuleerde: “1,5°C is binnen handbereik, maar de pols is zwak”. Het vergt heel veel optimisme om dit niet als een overmoedige uitspraak af te doen.

Doelstellingen voor 2030

De ultieme test voor een tijdige duurzame transitie is het bepalen van doelstellingen voor 2030. In veel nationale of regionale klimaatplannen (o.a. de EU: 55% emissiereductie in 2030, Fit for 55) zijn tussentijdse doelstellingen van het grootste belang om druk uit te oefenen op overheden, het bedrijfsleven en de financiële wereld om op tijd te handelen en nu te beginnen. In Glasgow zijn er geen doelstellingen voor 2030 vastgelegd. In plaats daarvan moeten alle landen betere plannen indienen in 2022, ook voor 2030, wanneer de COP27 plaatsvindt in Sharm-el-Sheik in Egypte.

Een rechtvaardige transitie

Tijdens de vorige 25 COP's was het gebrek aan klimaatrechtvaardigheid een dominante factor die ervoor zorgde dat de ontwikkelingen wereldwijd stil stonden. De OESO-landen hebben herhaaldelijk verzuimd te erkennen dat vooral Europa en de VS verantwoordelijk zijn voor driekwart van de historische uitstoot van broeikasgassen sinds het begin van het industriële tijdperk. Hierdoor worden nu de armere landen getroffen die ook al de ergste gevolgen van de wereldwijde klimaatverandering ondervonden. Om die reden weigeren ontwikkelingslanden en opkomende markten zoals China en India (meer) ambitieuze transitiedoelstellingen en -plannen goed te keuren. Een rechtvaardige transitie houdt in dat de rijke landen de meest ambitieuze NDC's uitvoeren en bijdragen aan de fondsen die nodig zijn om de duurzame transitie te financieren. Het nakomen van deze ‘Kopenhagen-belofte’ (100 miljard dollar aan jaarlijkse steun voor ontwikkelingslanden voor klimaatmaatregelen, beloofd in 2009) is echter opnieuw uitgesteld. In Glasgow zat de wereld, net als bij de vorige COP's, klem tussen de OESO-landen, vooral de VS, die niet genoeg doen en landen (die deels op steenkool draaien) die weigeren meer te doen.

1,5 graden staat al in de boeken

Uit rapporten van onder meer Carbon Tracker blijkt dat 1,5°C al ‘in de boeken staat’. Dit wijst erop dat de huidige leningen en investeringen in fossiele brandstoffen de wereldwijde emissies nu al zullen doen stijgen tot (of misschien wel voorbij) het niveau van 1,5°C. Daardoor wordt het hele resterende wereldwijde koolstofbudget opgebruikt. Nieuwe fossiele projecten zouden dus nu moeten worden geannuleerd en verboden. Geloofwaardige compensatieprojecten zullen naar verwachting niet beschikbaar zijn (op voldoende grote schaal) om het overschot aan emissies te compenseren. Hierover is in Glasgow geen besluit genomen.

 

De olifant in de kamer heeft een naam

Toch is er enige vooruitgang te melden: in het klimaatakkoord van Glasgow staat dat het onverminderde gebruik van steenkool moet worden uitgefaseerd. Voor het eerst in de geschiedenis van de klimaatconferenties worden fossiele brandstoffen genoemd: het kind heeft een naam gekregen. Hetzelfde geldt voor de subsidies voor fossiele brandstoffen (de ‘inefficiënte’ subsidies moeten worden afgebouwd, conform het akkoord). Het Verenigd Koninkrijk nam het initiatief om een coalitie van landen te vormen die faciliteiten (zoals door de overheid gesteunde verzekeringen) voor buitenlandse fossiele projecten in 2022 geleidelijk uitfaseren. Denemarken en Costa Rica zijn een ambitieuze alliantie aangegaan om olie en gas geleidelijk te bannen. Tot nu toe heeft geen enkel land waar Triodos Bank bankactiviteiten heeft – Nederland, België, Spanje, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk – dit initiatief gesteund.

De bijdrage van Triodos Bank

Zowel het bedrijfsleven als de financiële wereld waren talrijk aanwezig op de COP in Glasgow. Triodos Bank nam deel aan de discussies over de rol van de financiële wereld in het COP26-programma, voortbouwend op de oprichting van de Glasgow Financial Alliance for Net Zero (GFANZ). Bevis Watts, CEO van Triodos Bank UK, riep op om netto nul-transitieplannen verplicht te maken. Het is van cruciaal belang dat de normen die voor dergelijke plannen ontwikkeld worden, robuust en wetenschappelijk onderbouwd zijn en afgestemd op 1,5-gradenscenario's, in overeenstemming met de recente richtlijnen van het Climate Safe Lending Network in The Good Transition Plan, waaraan Triodos Bank heeft bijgedragen.

Als medeoprichter van het Partnership for Carbon Accounting Financials (PCAF) heeft Triodos Bank alle financiële instellingen ook opgeroepen om gemeenschappelijke methodologieën te gebruiken bij het meten van de impact van hun leningen en beleggingen. Triodos Bank heeft bijgedragen aan verschillende impactnormen op internationaal niveau, waaronder de VN-Principes voor verantwoord bankieren, en ook aan enkele nationale klimaatovereenkomsten.

Gedaan met investeringen in fossiele brandstoffen

Er is meer nodig. Het bedrijfsleven en de financiële instellingen moeten hun toezeggingen nakomen en hun deel doen van de door de VN ondersteunde emissiereductie van 50% tegen 2030. Daarnaast roepen wij op om niet langer te investeren in de expansie en exploratie van fossiele brandstoffen. En ter ondersteuning hiervan willen we een koolstofprijsmechanisme dat de sociale en milieukosten volledig weerspiegelt en dat subsidies voor fossiele brandstoffen systematisch worden afgebouwd.

Centrale banken moeten sturen op activa

Financiële regelgevers moeten inzien dat we niet alleen moeten kijken naar de risico's, kansen of gevolgen van de klimaatverandering voor de financiële sector. We moeten ook openlijk de impact van de sector zelf erkennen – vooral met betrekking tot investeringen in koolstofrijke sectoren en de mechanismen die dat mogelijk maken. Centrale banken zouden verder moeten gaan dan stresstests uitvoeren en rapporteren. Ze moeten ook sterk sturen op activa en banken stimuleren of bestraffen op basis van hun gedrag in verband met de klimaatverandering.

Sociale inclusie

Het is essentieel dat we de klimaatverandering aanpakken, maar we moeten de CO2-uitstoot verminderen op een manier die de sociale inclusie van alle mensen binnen de planetaire grenzen respecteert en een rechtvaardige transitie mogelijk maakt. Het gaat daarbij niet om het vertragen van het tempo van de veranderingen of het vinden van excuses, maar wel, bijvoorbeeld, om betaalbare renovatie toe te kennen aan gezinnen die in een energieonzuinig huis wonen; om het omschakelen van de landbouw zodat de natuur wordt ondersteund in plaats van bedreigd, en om het opbouwen van een levendige nieuwe economie door middel van nieuwe klimaatoplossingen en infrastructuur.

Het antwoord komt uit de samenleving

Je zou kunnen denken dat de politici niet hebben gedaan wat ze moesten doen in Glasgow. Dat is ook zo. Was het gewoon ‘blablabla’, zoals Greta Thurnberg zegt? Nee, niet helemaal. De COP in Glasgow heeft nog eens duidelijk gemaakt hoe ongelooflijk moeilijk het is om het fossiele tijdperk achter ons te laten. Frank Elderson, die vandaag deel uitmaakt van de raad van bestuur van de ECB, zei in 2018 tijdens een programma van Triodos Bank in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam over de transformatie van onze economie en samenleving: “Uiteindelijk is het simpel: we moeten alles anders doen”. De gevestigde belangen zijn uitzonderlijk hoog. Er staan biljoenen dollars op het spel. Ongelijke samenlevingen, getroffen door de COVID-19-pandemie, zijn niet goed toegerust om deze enorme uitdaging aan te gaan. We beschikken niet over de wereldwijde instellingen die een verschil kunnen maken.

Het uiteindelijke antwoord op deze uitdaging moet van de samenleving komen. Gedurfde en collectieve actie van burgerbewegingen, koplopers in het bedrijfsleven en de financiële wereld, klimaatwetenschappers en transformatiedeskundigen is meer dan ooit nodig om de druk op het vinden van een oplossing hoog te houden.Hoe langer het duurt om de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, hoe belangrijker het wordt om de transitie naar een ‘beyond zero’ economie te bewerkstelligen. De wereld zal waarschijnlijk allerlei regeneratieve activiteiten nodig hebben om de concentratie van CO2 in de atmosfeer omlaag te brengen. Er is dus werk aan de winkel voor Triodos Bank en de gemeenschap die wij bedienen.

CV

KEES VENDRIK

Kees Vendrik is hoofdeconoom bij Triodos Bank. Vendrik houdt zich in deze functie bezig met onderzoek naar financiële, sociale en politieke vraagstukken en het stimuleren van de dialoog over geld en duurzaamheid. Daarnaast is hij sinds 2018 actief als lid van de raad van advies van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Sinds 2019 is hij lid van de Eerste Kamerfractie van GroenLinks. Vendrik was eerder lid van het college van de Algemene Rekenkamer en lid van de Tweede Kamerfractie van GroenLinks.