De vuurtoren en het omliggende terrein van Reid en Cornelie leveren flink wat op: groente, fruit, vlees, aardappelen, honing en wol. Meer dan genoeg om met z’n tweeën van te leven.

Bijna vijftig jaar geleden vertrok Reid de Jong met zijn eerste vrouw en kinderen naar de verlaten vuurtoren in Workum. Het land was kaal en zilt. Er waren geen bomen en er was geen vee, alleen rietvelden aan de ene kant en de zee aan de andere kant. Leven van de natuur is vooruitzien.

Bodem is gerechtigheid. Wat je er aan arbeid in stopt, krijg je ook weer terug

Dus begon Reid bomen te planten, de grond te bewerken om die geschikt te maken voor het verbouwen van groente en kocht hij zijn eerste melkgeiten. Reid: “Bodem is gerechtigheid. Wat je er aan arbeid in stopt, krijg je ook weer terug.”

Vuurtoren in het Friese Workum
Reid de Jong en Cornelie Ploeg zoeken nieuwe huurders voor hun vuurtoren. Foto: Duco de Vries

Wie de vuurtoren bezoekt waant zich honderd jaar terug in de tijd. Er is geen stromend water of gas, alleen elektriciteit van zonnepanelen en het leven volgt het ritme van de natuur. Er is een potstal waar schapenmest wordt verzameld om te gebruiken in de tuinen en vanuit de bedstee kijk je zo in het kippenhok. Reid: “Je wordt wakker van het kraaien van de haan en staat op als je ziet dat de kippen eieren voor je gelegd hebben. Dan is je ontbijt klaar en kan de dag beginnen.”

Niet meebouwen

Het lijkt ongecompliceerd, leven van wat het land je te bieden heeft. Maar dat is maar een deel van het verhaal. Voor Reid kwam de keuze voor deze manier van leven voort uit een stevige maatschappijkritiek die geworteld is in de geschiedenis van Nederland. Als jonge dertiger had Reid in korte tijd naam weten te maken als architect.

Hij ging met mevrouw Kröller-Müller naar Xi’an om een expositie over architectuur in te richten en opende een architectenbureau in Rotterdam en in Hamburg. Hier kwam hij tot de conclusie dat hij niet wil meebouwen aan wat hij het neokapitalisme noemt. Het staat te ver weg van wat Reid van huis uit meegekregen heeft. Zijn vader was meester op een klein schooltje in Giethoorn en was daarnaast ook boer én visser.

“Iedereen deed alles zelf. Groente verbouwen, vissen, biezen snijden, boten repareren.” De vredigheid en bedrijvigheid van deze kleine boerengemeenschap werd zijn ideaal. Dus zei Reid in 1967 zijn internationale carrière vaarwel en trok hij zich terug op het terrein van de vuurtoren. Om alleen nog te vissen, groente en fruit te verbouwen, en – wanneer het hem met klem gevraagd werd – arbeidershuisjes te restaureren.

Koffie en chocola

Een paar jaar later wordt die rust al verstoord. Het is 1969, het jaar van de studentendemonstraties en de bezetting van het Maagdenhuis. Als Reid op een dag een roeiboot staat te repareren, wordt hij verrast door het bezoek van een aantal studenten die hij nog kent uit zijn tijd in Rotterdam. Ze vragen hem om les te komen geven op de universiteit in Delft. Twee jaar lang zou hij in zijn Citroën 2CV heen en weer rijden tussen Workum en Delft om college te geven aan een nieuwe generatie bouwkundestudenten.

Inmiddels werkt Reid al lang niet meer als docent of restauratie-architect, maar hij heeft zich nooit meer helemaal teruggetrokken uit de maatschappij. Zijn betrokkenheid is te groot. Vooral als het gaat om ambachten en vaardigheden die verloren dreigen te gaan. Zo is hij nauw betrokken bij de Stichting Zeilende Handelsvaart die zeilschepen exploiteert voor fairtransport-handelsmissies op de Atlantische Oceaan. De zeilschepen importeren rum, thee, koffie en chocola. Regelmatig belt Reid naar Den Helder voor het scheepsjournaal van driemaster Tres Hombres, en de kapiteinsvergaderingen worden soms in de vuurtoren gehouden.

Reid de Jong in de vuurtoren in Workum
Reid: “Je wordt wakker van het kraaien van de haan en staat op als je ziet dat de kippen eieren voor je gelegd hebben. Dan is je ontbijt klaar en kan de dag beginnen.” Foto: Duco de Vries

Productieketen overnemen

Maar de meeste tijd zijn Reid en Cornelie kwijt met het onderhouden van het land. Om zelfvoorzienend te zijn moet je de hele productieketen overnemen. Cornelie heeft zich deze manier van werken eigen gemaakt. Ze groeide op in een academisch milieu waar verwacht werd dat je ging studeren.

Cornelie: “Ik heb medicijnen gestudeerd, maar toen ik klaar was wist ik meteen dat ik liever met mijn handen wilde werken.” Het kleine kruidentuintje in de vensterbank van de keuken werd een moestuin. Van de opbrengst ging ze zelf brood, wijn en jam maken. Vervolgens wilde ze ook zelf haar kleding maken. “Ik begon met breien, daarna wilde ik ook spinnen en wol verven. Toen ik op de vuurtoren ging wonen, kwamen daar de schapen bij. Die vragen nu zoveel tijd dat ik bijna niet meer toekom aan breien.”

En dat is een opmerkelijke natuurwet. Als je bij de oorsprong van het proces bent, dan blijft er weinig tijd over voor het maken van het uiteindelijke product. “Bodem is gerechtigheid”, zegt Reid nogmaals. “Je steekt er veel tijd in en krijgt er precies genoeg voor terug om niet naar meer te gaan verlangen.”

Vuurtoren te huur

Opvolgers gezocht

Reid en Cornelie vertelden dit verhaal eerder in een uitgave voor klanten van Triodos Bank Private Banking. Nu willen we dit verhaal graag opnieuw delen omdat het inspiratie is voor iedereen die meer zelfvoorzienend wil wonen. Daarnaast zoekt het echtpaar opvolgers. Om de tuinderij en vuurtoren te behouden is de stichting Tointsje Leech in het leven geroepen. Deze stichting zoekt mensen voor de vuurtoren die idealistisch zijn, maar praktisch ingesteld en die niet teveel gehecht zijn aan materiële waarden. De bewoners van de vuurtoren moeten bereid zijn een groot deel van de week fysieke arbeid te verrichten en zorgen voor het groen en kleinvee.

Ben je geïnteresseerd? Of ken je mensen die in een zelfvoorzienende vuurtoren willen wonen? Dan kun je contact opnemen met Yolt IJzerman, bestuurslid van de stichting, via [email protected].

Foto's: Duco de Vries